‘Wees eens een slechte moeder’, hoor ik mezelf laatst tegen een vriendin zeggen. Haar puber was niet te harden, dochterlief was boos omdat haar favoriete spijkerbroek niet gewassen was en zo waren er nog wel meer dingen haar schuld. ‘Wees eens een slechte moeder en ga lekker zitten met een boek en een kop koffie als ze weer zo boos worden.’ Ik vond het nog niet zo’n slecht advies van mezelf.
Goede moeder zijn hoog in het vaandel
Wij vinden met elkaar namelijk dat we altijd maar alles goed moeten doen. ‘Je bent een goede moeder als je elke dag het brood van je kinderen smeert.’ Wel nee, dat kunnen ze prima zelf. Of met van die puppy oogjes vragen of je ze naar sport, school of dat vriendje wil brengen. Fietsen is gezond en van regen ga je niet stuk. Hop Hop. Waarom hebben wij dat ‘goede moeder zijn’ toch zo ongelooflijk hoog in het vaandel? We zouden het liefst die mast in klimmen en zelf dat vaandel zijn als het even kon.
Ik besef me dat we daadwerkelijk prinsen en prinsessen van ze maken op deze manier, uit schuldgevoel of vrees voor die stempel ‘slechte moeder’. Zo zijn ze echter niet bestand tegen een broek die vandaag niet aankan, maar wellicht morgen, mits normaal gevraagd. Wat is er mis met je eigen brood smeren? Of zelf je tas pakken?
Het ergste vind ik eigenlijk dat het ten koste gaat van onszelf. Gesloopt zijn we aan het einde van de dag, met als gevolg dat we gaan snauwen tegen de kinderen of tegen partnerlief, laat staan nog puf hebben voor sex.
Wij mogen dus als moeders wat beter voor onszelf gaan zorgen en als dat betekent dat we wat vaker nee zeggen tegen de kinderen, dan gaan ze daar echt niet stuk aan. Beter nog, ze worden er leukere mensen door en ik durf zelfs te zeggen dat ze er een leukere moeder voor terug krijgen, want als ik wat meer tijd voor mezelf heb, dan heb ik in andere gevallen meer geduld en rust om iets leuks met ze te doen.